Historische Vereniging Wieringen
Opgericht 17 mei 1989
Dodenherdenking zaterdag 4 mei 2024, aanvang 18.30 uur in Hippolytuskerk te Hippolytushoef.
Het 4 mei comité Wieringen heeft dit jaar speciale aandacht voor een stukje geschiedenis dat wellicht niet bij iedereen bekend zal zijn. De 2e Wereldoorlog begon voor Nederland op 10 mei 1940 met de inval van de Duitsers. Maar in deze tijd was het Koninkrijk der Nederlanden vele malen groter. In Azië vielen ook Nederlands-Indië en Papoea-Nieuw-Guinea onder ons bewind.
Duitsland, Japan en Italië sloten op 27 september 1940 een alliantie, zij vormden samen de ‘asmogendheden’. Japan was ook al veel langer bezig met expansie. Omdat Japan zelf arm was aan grondstoffen werd gekeken naar omringende landen die wel grondstoffen zoals olie, tin en rubber bezaten.
Na de aanval op Pearl Harbour kreeg Japan de handen vrij om het rijk uit te breiden. In december 1941 werd Borneo aangevallen en al spoedig landden de Japanners op veel meer eilanden. Na de slag om de Javazee waren de geallieerden met de Nederlanders de macht kwijt en op 9 maart 1942 moest men zich overgeven.
De gevolgen waren groot voor de Europese, Chinese, maar ook de Molukse bevolking die vaak aan de zijde streden van de Nederlanders in Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, kortweg KNIL genoemd.
Japanse bezetting
Japan zag zich als bevrijder van de miljoenen Aziaten. Het Japanse militaire regime dat vanaf 1942 de dienst uitmaakt in Indonesië had als motto: “Azië voor de Aziaten”. De Japanners zagen alle Europeanen als vijanden vanwege de eeuwenlange onderdrukking van de oorspronkelijke bevolking.
Ook veel Indonesiërs zagen nu dat de Europeanen te verslaan waren. De Nederlanders en zij die meestreden tegen de Japanners, en dus vijand waren van het keizerrijk Japan, werden opgesloten in de zogenaamde ‘Jappenkampen’.
Jappenkampen
Een Jappenkamp was een Japans interneringskamp. De Japanse soldaten was op harde wijze ingeprent dat een krijgsgevangene een laf en minderwaardig schepsel was. Burgers en krijgsgevangenen werden vastgehouden tijdens de Japanse bezetting. Er was een onderverdeling in krijgsgevangenkampen voor militairen en kampen voor burgers.
Veel mannen, militairen en romoesja's (een van Java afkomstige arbeider), aangevuld met burgers werden ingezet als dwangarbeiders aan de Birma-spoorweg, de zogenaamde ‘dodenspoorlijn’ in Birma en Thailand en de Pakanbaroe-spoorweg op Midden-Sumatra. Ook werden ze als dwangarbeider ingezet voor het aanleggen van vliegvelden, voor het werk in de mijnen of naar Japan gebracht om daar te werken in de fabrieken ten bate van de oorlogsindustrie.
De burgerkampen waren dan weer onderverdeeld in kampen voor mannen (en oudere jongens) en vrouwen met kinderen tot en met tien jaar. Naarmate de oorlog vorderde en Japan wist dat het zou gaan verliezen werden de omstandigheden snel nog slechter.
In de burgerkampen was vaak een groot tekort aan voedsel, water en medicijnen. Belangrijk onderdeel van het dagelijks menu was een pap van ‘Asiameel’, oftewel stijfselpap. Latrines waren vaak verstopt waardoor besmettelijke ziektes vrij spel kregen en in de overvolle slaapvertrekken wemelde het van de wandluizen, vliegen en ratten. Zendingen van het Rode Kruis werden vaak eerst door de Japanners afgeroomd. De Japanners waren ook wreed tegen de burgers en krijgsgevangenen die vaak onder zeer slechte omstandigheden leefden. Er was weinig eten beschikbaar en men moest hard werken. Sommige vrouwen werden door Japanse soldaten tot prostitutie gedwongen, een vorm van oorlogsverkrachting. Ze noemden deze vrouwen ‘troostmeisjes’. In de kampen heerste een streng regime. Overtredingen werden met stokslagen bestraft of met uren in de zon staan zonder drinken. Er werden dagelijks appèls gehouden om de gevangenen te tellen.
De dodenherdenking op Wieringen dit jaar gaat over een jongen die geboren werd eind 1941. Zijn vader werd enkele maanden later gevangen genomen en tewerkgesteld aan de Birma-spoorweg. Enkele maanden later overleed hij. Zijn vrouw en kind komen terecht in kamp Ambawara 6. De moeder wordt vaak geslagen en maakt eten van alles wat er te vinden is: van mussen tot aan kakkerlakken en torren. Uiteindelijk overleven ze de oorlog, die officieel op 15 augustus 1945 eindigde.
Toch was toen het leed nog niet voorbij. De ‘Bersiap-periode' breekt aan, een periode zonder bestuur. Er waren geen geallieerden en de Indonesiërs waren de Europeanen, Indo’s, Chinezen en Molukkers zeer vijandig gezind. In eerste instantie werden de bezetters (Japanners) nu ook de bewakers, om bescherming te bieden tegen pemoeda’s (de Indonesische vrijheidsstrijders).
Aan deze lijdensweg in Indonesië komt voor deze jongen en zijn moeder een eind als zij in januari 1946 op transport gaan naar Nederland. De oorlog is dan wel voorbij, maar de ontberingen in het Jappenkamp kunnen ze niet vergeten.
Dit waargebeurde verhaal is door het 4 mei comité Wieringen opgetekend en staat centraal tijdens de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst in de Hippolytuskerk. De bijeenkomst start om 18.30 uur. Tijdens de bijeenkomst wordt het verhaal uit het Jappenkamp opgevoerd, een vertegenwoordiger van de gemeente houdt een toespraak en het geheel wordt muzikaal ondersteund door het Museumkoor en Harmonieorkest Apollo. De bijeenkomst is vrij toegankelijk voor alle geïnteresseerden. Aansluitend kunt u deelnemen aan de stille tocht naar de begraafplaats Zandburen voor een korte ceremonie bij de graven van de geallieerden waar om 20.00 uur twee minuten stilte wordt gehouden.
-
In 'Oorlogsmonumenten vertellen' wordt verteld over: Verraad en Razzia op Wieringen, naar documentaire....
Bekijk de mini-documentaires, over bezetting, vervolging, verzet, verraad, onderduik en bevrijding.
Documentaire Maarten Snoodijk.....
Ontwikkeling en realisatie van de mini-documentaires door Uitgeverij Peter Sasburg.