Historische Vereniging Wieringen

Opgericht 17 mei 1989

Wieringer tradities

Wieringen kende vele traditionele gebeurtenissen en gewoonten, als het Wieringer dialect, begrafenis en burenplicht. De dorpen Hippolytushoef, Den Oever, Westerland, Oosterland en de buurtschappen hebben een eigen karakter met gezamenlijke maar ook enkele eigen gewoonten.

De school, de skoël

De schooltoestanden zijn, sedert de Zuiderzeewerken veranderd, vooral op het oostelijke deel van het eiland. In alle dorpen was wel een school, maar Oosterland en Den Oever hadden samen maar één onderwijzer. Om de drie maanden werd dan ook gewisseld van school. Het schoolverzuim was vooral in de winter dan ook groot. Bij aankomst op school werden de hölleste (klompen) netjes weggezet in de hos (portaal) Voor enkele uren verdween het dialect dan zoveel mogelijk, om in het speelkwartier zijn rechten weer dubbel en dwars op te eisen.

Spinning

Tot rond 1950 was de aangewezen manier voor jongens en meisjes om elkaar te leren kennen, de spinning. Een aantal meisjes kwamen met het spinnewiel bij elkaar en spinnend en zingend brachten zij de avond door. Tegen een uur of tien kwamen de jongens en gingen in een kring tegen de muur, op de grond zitten. Al spoedig gingen de spinnewielen aan de kant en begonnen de spelletjes: raadsels opgeven, muultje lap (slofje onder), pandverbeuren, maar in de allereerste plaats het spel van de liefde. Had een jongen succes bij het meisje zijner keuze, dan mocht hij haar na afloop thuis brengen met alle voorrechten, die hij zich daarbij wist te veroveren. In later tijd bleef de naam spinning wel bestaan, maar gesponnen werd er niet meer, de meisjes gingen bij elkaar op de thee, met een handwerkje.

Een ander goede gelegenheid om kennis te maken was de kermis. En zeer ongedwongen ging dat ook op het ijs. Daar vragen de meisjes de jongens of ze eens achter 'ze an magge'. Als een jongen een paar maal door hetzelfde meisje werd gevraagd, had hij de 'stikke' (broodje) verdiend, wat wil zeggen dat hij bij haar koffie mocht drinken en brood eten.

Wieringer skos

Voor 1900 was de Wieringer skos de gewone dans. De opstelling daarbij is als volgt; twee meisjes staan naast elkaar en rechts en links staat een jongen. Een aantal van deze rijen staan achter elkaar. Gedurende acht maten, dansen deze rijen heen en weer. Daarna maken de meisjes en jongens een kwart draai en komen zodoende tegenover elkaar te staan. De meisjes, die nu dus in een lange rij naast elkaar staan, nemen elkaar bij de hand, de jongens eveneens en de rijen dansen weer acht maten heen en weer. Dit heen en weer dansen wordt dangse of skosse genoemd. Hierna volgt het deurlopen: acht maten wisselen jongens en meisjes onderling van plaats. Dan staan niet meer de meisjes, maar de jongens met de rug tegen elkaar. Vervolgens wordt het dansen herhaald, dan wisselen de jongens van plaats, daarop wordt weer gedanst, daarna wisselen meisjes en jongens weer onderling van plaats. Als dat is gebeurd, is het spiegelbeeld van de eerste opstelling ontstaan. Andere oude dansen zijn het Patertje en het Schoenlappertje. Wieringen kent geen eigen volksdans.

Kermis Hippolytushoef

De grote kermis te Hippolytushoef begon (nog altijd) op de laatste donderdag in juli. Dan was het tulemerrekt of tuledag. Om 10. 00 uur 's morgens namen kerkeraad en magistraten plaats in de banken van de kerk. Onder het orgelspel trad ieder van de bevolking, die het wenste, door de zij-ingang, maakte een rondgang door de kerk en verliet deze onder de toren. Daar stonden de bakkers met hun kriel (broodmand) en gaven aan ieder die er uitkwam een tuul (klein vierkant wittebroodje met weinig korst). Deze uitdeling geschiedde oorspronkelijk door de tiendenheer. Met het afkopen van de tienden in 1895 werd ook de uitreiking in deze vorm afgeschaft, maar is in een andere vorm blijven bestaan, Kijk een filmpje op YouTube, naar YouTube...

Andere feesten

Groot feest was het altijd met Sint Pieter (22 februari) Elk dorp van het eiland had zijn eigen vuurstapel. 's Avonds werd deze aangestoken en de jongens poften er erwten en paardebonen op, in een oude koekepan. In het sociale leven een belangrijke dag, dan werden namelijk de landerijen opnieuw verhuurd. Op Wester- en Oosterklief maakte men hiervan een aanleiding tot feestelijkheid, de Kliever kermis. Het gebruikt is omstreeks 1900 uitgestorven.

Sunte Geert, op 17 maart, was de dag waarop boerenmeiden en - knechts in dienst traden. Ingeval de meid een kaske (eigen huis) had, bracht de boer haar een eindweegs weg, maar sommige boeren haalden haar ook wel met paard en wagen.

Met Paask (Paas) werden de paaskeweage gegeten en de jonge jonges (jongens) en matjes (meisjes) gingen te potverteren.

Pinksteren betekende voor Den Oever de voorpret van de kermis met spellen als koek slierten, wat dan ook op Stroe werd gedaan. Lees meer...

Bron: Wieringer land en leven in de taal, door dr. Joh.C. Daan.